Klein slem of groot slem, eerste of tweede
31 maart 2007, door Gerard van Veen.

Volgens de deskundigen moet een groot slem op minimaal 75 procent kans van slagen geboden worden. In dit geval had het promotie van het kampioenschap opgeleverd.

Spel 2 O/NZ	A7  AV  VB72  A9643
	N
	W	?/font>	O
	Z
	HVT83  HB9862  AT

Afgelopen woensdagmiddag speelden wij de laatste wedstrijd van de interne viertallencompetitie in Berkel. Verschillende PBC-ers spelen bij BoB (Bridge overdag Berkel) zodat wij daar: Henk van de Berg, Loek Kolk, Ko van de Vaate en Gerard van Veen een echt PBC viertal vormen. Wij moesten in deze wedstrijd onze titel van vorig jaar verdedigen, met een kleine voorsprong van 9 impen, tegen het team van Andries de Graaf. De beslissing viel in onderstaand spel 2, NZ kwetsbaar.

N	O	Z	W
- 2 3 4Sa 6	pas	1 2 3 5Sa a.p.	pas

3 is vierde kleur en 3 belooft een 6/5 -. In RKC Blackwood belooft 5SA 2 keycards en een renonce. Je kunt ook 5 bieden, 2 keycards en troefvrouw. Omdat de schoppens 4-2 zitten werd 6 +1 gemaakt door voor het troef trekken een schoppen te troeven Als we groot slem hadden geboden hadden we onze titel geprolongeerd maar nu werd Andries eerste. Volgens de deskundigen is een groot slem verantwoord  bij 75 % kans. De schoppenkleur 4-2 of B sec is een kans van 86% De hartens 3-2 of T sec is 73 % Overall nauwelijks 63% Dit is ons antwoord aan Loek waarom wij geen groot slem hebben geboden.