Zaterdag 13 december werd de afsluitende centrale speeldag in de hoofdklasse van de districtsviertallencompetitie gespeeld en ik was gevraagd om in te vallen in het team van PBC 8. Tijdens de laatste wedstrijd (middagzitting) kwam dit fraaie spel 15 voorbij:
|
Ik zat west en het biedverloop was als volgt:
W N O Z
pas
1SA pas 4SA pas
6SA pas pas pas
4SA was kwantitatief en met 16 punten vond ik dat ik geen minimum had.
Dit contract werd in totaal zesmaal gespeeld (tweemaal in groep A en viermaal in groep B), maar werd slechts eenmaal gemaakt. Alle andere paren zaten in 3, 4 of 5SA waarbij steeds tien of elf slagen werden gemaakt, met ?n uitzondering: 3SA+3 in groep A.
In viertallen is er natuurlijk een groot verschil tussen het spelen van een manche of een slem. In een manche hoef je niet twaalf slagen te maken, maar als je in 6SA zit moet dat het liefst wel.
De start was (een kleine) ruiten genomen met de heer in oost. Je telt drie vaste (raap)slagen in schoppen, drie in harten en twee in klaveren. Het contract heeft alleen een kans van slagen als noord ruitenaas heeft; dan heb je bovendien twee ruitenslagen. Dat zijn er dus tien en er moeten twee slagen ontwikkeld worden. Als zowel de schoppen als de harten rond zitten, dan heb je de benodigde twaalf slagen. In harten kun je alleen vier slagen maken als ze rond zitten (in schoppen zijn er meer mogelijkheden vanwege de tien); je mist immers B 10 9 8 in harten. Ik begin daarom met de harten; op de derde harten (genomen in west met de heer) gooit noord een ruiten af.
Nu is het duidelijk dat ook klavervrouw goed moet zitten voor het maken van twaalf slagen, maar ik speel eerst een ruiten. Na lang nadenken besluit noord op te stappen met ruitenaas en (een hoge) ruiten na te spelen, genomen de vrouw in oost. Nu speel ik eerst twee rondjes schoppen (misschien valt de boer), gevolgd door klaveraas en een kleine klaveren waarop de vrouw verschijnt in noord. Die zit dus goed, maar nu lijkt noord dus zowel een doubleton harten als klaveren te hebben. Bovendien heeft noord een vijfkaart ruiten (zuid heeft een doubleton) en dus een vierkaart schoppen met de boer. Noord heeft dus zowel de laatste ruiten als schoppenboer. Na klaverheer speel ik ook klaverboer, waarop noord in dwang komt. Dit is er nog over:
|
|
|||||||
|
|
|
||||||
|
|
Ik kan gewoon hartenzeven afgooien, maar als noord ruitennegen speelt, dan is de zes van oost hoog. Noord gooit daarom een schoppen af, waarna de laatste slagen voor west zijn met schoppenvrouw en de zeven: 6SA contract.
Als noord ruitenaas zou duiken, dan wordt het contract ook gemaakt. Je weet dan ook dat noord een vierkaart schoppen heeft (met wellicht de boer). Je moet dan niet eerst twee schoppen spelen, maar meteen klaveren naar klaverenaas, gevolgd door klaveren voor klaverenheer (bij noord valt klaverenvrouw) en klaverenboer. Ook dan komt noord in dwang. Hij mag geen schoppen afgooien en moet daarom ruitenaas sec zetten. Dan wordt noord ingegooid met ruiten en moet vervolgens schoppen spelen, waardoor ook twaalf slagen worden gemaakt.
Roelof Koekoek